Volkerak-Zoommeer mogelijk al vóór 2030 zout

Terugkeer van het zoute water met eb en vloed lijkt de enige oplossing om het Volkerak-Zoommeer weer gezond te maken. Dit heeft echter wél gevolgen voor de natuur in het Markiezaatsmeer. (Tekst: Han Verbeem. Foto: Pixabay)

BRABANTSE WAL – Mogelijk zal al vóór 2030 een begin gemaakt worden met de verzilting van het Volkerak-Zoommeer. Dat blijkt uit de brief die minister Cora van Nieuwenhuizen (Verkeer & Infrastructuur) deze week naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. De brief is mede-ondertekend door haar collega Carola Schouten van LNV (Landbouw, Natuur en Voedselveiligheid). Het Volkerak-Zoommeer is één van de veertien grotere oppervlaktewateren in Nederland waarvan de aanpak extra prioriteit krijgt. Wel is de voorwaarde, dat een alternatieve zoetwatervoorziening gerealiseerd moet worden via het Deltaprogramma Zoetwater. De veertien projecten is 580 miljoen euro gemoeid, waarvan 110 miljoen voor de aanpak van het Volkerak-Zoommeer. Van provincies en de omliggende gemeenten wordt verwacht dat ze in de kosten zullen bijdragen.

Eerder gaf de minister nog aan, dat de verzilting pas ná 2032 aan de orde zou zijn. Het pakket voorgestelde maatregelen haalt de waterkwaliteitsverbetering naar voren: tussen 2022 en 2029. Het maakt deel uit van het zogeheten PAGW: de Planmatige Aanpak Grote Wateren. Het doel daarbij is, de waterkwaliteit te verbeteren volgens de zogheheten Kaderrichtlijn Water (KWR), Natura2000 en andere natuurrichtlijnen. Inmiddels heeft het Rijk al 95 miljoen uitgetrokken voor de aanpak van de Grevelingen en Eems-Dollard. Inmiddels is duidelijk dat ook voor meer gebieden uit de 33 wateren een snellere aanpak nodig is. Uiteindelijk zullen echter vóór 2050 alle wateren uit de PAGW op orde moeten zijn.

Bijdragen vanuit provincies en gemeenten

De Kamer zal over de inzet van de benodigde middelen voor de versnelde verzilting van Volkerak-Zoommeer een besluit moeten nemen; ministers Van Nieuwenhuizen en Schouten merken op dat de beschikbare rijksgelden onvoldoende zijn. De regionale en lokale overheden, zoals gemeenten  en provincies, zullen ook een bijdrage moeten leveren. De 'beleefbare waarde' van de natuur gaat immers omhoog en dat biedt de regio extra kansen en mogelijkheden – zo schrijven de bewindslieden aan de Kamer. Via de regionale gebiedssoverleggen willen de ministeries overeenkomsten sluiten over samenwerking en co-financiering van de plannen.

Gevolgen voor de natuur in Markiezaatsmeer

Vanwege de zorgelijke waterkwaliteit van het Volkerak-Zoommeer is een ingreep in het watersysteem onvermijdelijk, stellen deskundigen van het ministerie. De verziltingsplannen worden door natuurorganisaties echter kritisch gevolgd. Weliswaar gaat de waterkwaliteit omhoog door het terugbrengen van een eb-vloedsysteem, waarbij het gebied regelmatig wordt 'doorgerspoeld' met zout water; maar de maatregelen hebben ingrijpende gevolgen op de aanwezige flora en fauna in de aangrenzende gebieden zoals het Markiezaatsmeer en de Binnenschelde. Want ook deze wateren zullen zout(er) worden bij een verzilting van het Volkerak-Zoommeer. Sinds de afsluiting van de Oosterschelde, in 1987, heeft zich met name in het Markiezaatsmeer zich een bijzondere natuur ontwikkeld.