Het Markiezenhof in Bergen op Zoom was vrijdagmiddag de locatie van ProefMei College on Tour. (Tekst en foto's: Han Verbeem)
BRABANTSE WAL – ProefMei Brabantse Wal taat niet alleen in het teken van de zintuigelijke smaakwaarnemingen; ook kennisuitwisseling en het delen van informatie over de agrofoodsector maakt deel uit van het driedaagse evenement. Zo was vrijdagmiddag de tweede editie van ProefMei College on Tour, na de eerdere succesvolle bijeenkomst van vorig jaar oktober in het Suikerlab. Tientallen studenten van onder meer de HAS Hogeschool, Avans en de University of Applied Sciences (Hogeschool Zeeland) kwamen ditmaal naar het Markiezenhof in Bergen op Zoom, om de gastcolleges te beluisteren. Het thema van dit jaar: 'Nooit meer honger'. Ooit was dit het credo van de schaalvergroting in de landbouw, onder de naoorlogse minister Sicco Mansholt. Nu staat Nederland aan de vooravond van een tweede voedingsrevolutie: de verduurzaming en 'het nieuwe eten' door de eiwittransitie.
Op de Grote Binnenplaats zitten de studenten in rijen van halve cirkels rondom het spreekpodium. Gastdocente Dalila Saïd-die ondanks jaar jonge leeftijd al haar sporen heeft verdiend bij diverse sterrenrestaurants- vertelt over de paradox van armoede en welvaart. Zelf komt ze uit een gezin met een migratieachtergrond, haar moeder moest zes kinderen zien groot te brengen met een inkomen op bijstandsniveau. "Ik weet hoe het is om met weinig rond te moeten komen", zegt ze. Vandaag spreekt Dalia de studenten toe namens het EETschap; de organisatie die "een sociaal voedsellandschap wil realiseren, waarin iedereen de kans krijgt gezond te eten en mee te doen." Kortom: gezond, betaalbaar en duurzaam eten voor iedereen.
Welvaartsziekten en armoede
Opmerkelijk genoeg zijn het juist de mensen in armoede die lijden aan welvaartsziekten zoals obesitas en hart- en vaataandoeningen. "Mede daardoor leven mensen met een laag inkomen zes jaar korter en krijgen ze acht jaar eerder te maken met gezondheidsproblemen, vergeleken met mensen die een hoger inkomen hebben." En die problemen komen helaas overgemiddeld veel voor bij gezinnen van niet-westerse afkomst. Dalila vertelt dat ze bij gezinnen thuis komt waar 's morgens zakken chips als ontbijt worden gegeten. "Terwijl in mediterrane culturen heel gezond wordt gekookt, met veel groenten." Maar armoede zorgt ervoor dat men juist extra ongezond eet en ook extra veel. "Het is een onbewust overlevingsmechanisme." Het EETschap wil daar verandering in brengen door jongeren in achterstandsgezinnen bewust te maken van de betekenis van eten en gezonde voeding. "We gaan op supermarktsafari waarbij we etiketten vergelijken en kijken wat er in de schappen ligt. En we gaan de boer op, naar boererijen om te laten zien waar ons dagelijks voedsel vandaan komt."
Omslag in de eetcultuur
De samenleving consumeert en produceert nog té eenzijdig en we eten met z'n allen in Nederland teveel en te vet, met ongezonde dierlijke vetzuren en eiwitten. De landbouw en met name de veehouderij is in een verre mate geintensiveerd en gericht op bulkproductie; dit stuit meer en meer op maatschappelijke weerstand. Om een omslag in de nationale eetcultuur te bewerkstelligen moeten er andere etenswaren in de boodschappenmandjes komen. Producten met gezonde eiwitten – een maatschappelijk proces dat bekend staat als de zogeheten 'eiwittransitie'. Tijdens College on Tour is onder meer stilgestaan bij de mogelijkheden voor seafood. in Oost-Azië eet men bijvoorbeeld zeewier; een eiwit- en vitaminerijk product dat in de westerse wereld nauwelijks bekend is. Maar ook met plantaardige producten is veel mogelijk – zo vertelt een andere gastspreker. Zoals hamburgers uit geperste koeken van prei. Door de pittige en gekruide 'bite' zijn geen smaakversterkers zoals zout nodig. Origineel, lekker… én gezond voor hart en bloedvaten.
Stadsboerderijen en daktuinen
Als afsluiter is er een carousselcollege over urban farming en ketenverkorting. Daarbij spreekt de vlaming Tom Dedeurwaerder, coördinator bij Atelier Groot Eiland in Brussel. Hij gaat in op projecten in de Brusselse achterstandswijk Molenbeek, waar verrassende stedelijke initatieven opkomen zoals verticale landbouw, stadsmoestuinen en daktuinen. Hier gaan onder anderen mensen aan het werk die normaliter thuis zouden zitten vanwege een burn-out of door sociale problematiek. "Zo kunnen zij de rust vinden van het platteland", merkt Dedeurwaerder op. De stadsboerderijtjes zijn groene oasen in de grauwe grootstedelijkheid van het Brusselse gewest. Na afloop van de lezingencyclus is er nog de gelegenheid om te borrelen en netwerken, onder uiteraard het genot van biologische fruitdranken en andere ProefMei-lekkernijen.