Tevredenheid in Woensdrecht over uitvoering WMO

Aan het recente landelijke WMO-cliiëntervaringsonderzoek hebben zo'n 390 mensen uit Woensdrecht meegedaan. En het bijkt dat het overgrote deel tevreden is over de ondersteuning door de gemeente. (Foto: Pixabay / Sabine van Erp)

HOOGERHEIDE – Woensdrechtse WMO-cliënten zijn tevreden tot zeer tevreden over het contact met de gemeente, de kwaliteit van de ondersteuning die zij over 2018 ontvingen en wat de ondersteuning hen oplevert. Dat blijkt uit het jaarlijkse cliëntervaringsonderzoek, waaraan 390 betrokkenen uit Woensdrecht hebben meegedaan. "Het college is blij met de positieve beoordelingen en wil cliënten nog beter gaan monitoren", zo heeft wethouder Lars van der Beek dinsdag in een reactie op de onderzoeksresultaten laten weten.

Het cliëntervaringsonderzoek bevatte volgens de gemeente 10 algemene vragen die in alle Nederlandse gemeenten gesteld worden. "Een vergelijk met andere gemeenten is daardoor mogelijk. Daarnaast zijn cliënten in Woensdrecht bevraagd over de ontvangen ondersteuning en mantelzorg/hulp door vrijwilligers."

Positief oordeel

Uit het onderzoeksrapport zou blijken dat Woensdrecht op alle tien de algemene vragen een hogere score behaalt dan gemeenten van vergelijkbare grootte. "De tevredenheid over de kwaliteit van de ondersteuning blijkt hoog te zijn: 85 tot 90 procent van de ondervraagden is tevreden tot zeer tevreden." Ook is 80 procent tot 85 procent van de deelnemers tevreden tover het resultaat. “We doen het goed”, stelt verantwoordelijk portefeuillehouder Lars van der Beek. “Landelijk gezien, op Brabantse Wal-niveau en in vergelijking met de vorige keer. Maar wat vooral telt is het positieve oordeel van onze cliënten. Dat is waar wij het voor doen!”

Cliëntondersteuning

Een verbeterpunt dat uit het onderzoek komt, is de bekendheid met cliëntondersteuning. Dat is geldt niet alleen voor Woensdrecht maar ook voor andere gemeenten elders in het land. "Minder dan de helft van de respondenten weet dat zij gebruik kunnen maken van een onafhankelijk cliëntondersteuner. Zo’n 20 procent geeft aan wel behoefte te hebben aan hulp door een onafhankelijk cliëntondersteuner." Wethouder Lars van der Beek: “We zullen samen met onze partners deze ondersteuningsmogelijkheid weer extra onder de aandacht gaan brengen. Cliëntondersteuning is er voor de mensen. Het is een laagdrempelige toegang tot informatie en ondersteuning in het eigen dorp met een goed zicht op verwijsmogelijkheden. Deze waardevolle voorziening vinden we erg belangrijk.”

Mantelzorg

Dat hulp van anderen belangrijk is voor Wmo-cliënten blijkt ook uit het bevraagde onderwerp mantelzorg. Ongeveer 60 procent van de WMO-cliënten ontvangt mantelzorg; in de meeste gevallen van de partner, ouder(s) of kinderen. Hulp via een vrijwilliger is minder populair: 57,4 procent maakt geen gebruik van deze vorm van hulp. Het aantal mensen dat hiervoor open staat is wel toegenomen ten opzichte van het vorige onderzoek: 19,3 procent zou het prettig vinden om ondersteund te worden door een vrijwilliger tegen 11,8 procent het jaar ervoor. Mensen lijken te wennen aan het idee dat ‘een vreemde’ hulp kan bieden. In 2017 vond 35 procent dat nog geen prettig idee. Nu heeft ‘slechts’ 16,6 procent deze mening. Vrijwilligers kunnen bijvoorbeeld helpen bij de boodschappen, zijn in te zetten voor klusjes en tuinonderhoud, vervoer en begeleiding bij uitstapjes/bezoek of administratieve hulp. Ook kunnen zij mantelzorgers ontlasten. De BWI kan een rol spelen om vraag en aanbod te matchen; net als diverse burgerinitiatieven in alle kernen.

Continue monitoring

“Een cliëntervaringsonderzoek brengt voor ons goed in beeld hoe WMO-cliënten hulp en ondersteuning ervaren. Om nog beter te kunnen monitoren waar behoefte aan is, gaan we in ieder geval de komende drie jaar over tot een continu onderzoek op meerdere momenten in het WMO-proces. We hopen daar nog meer informatie uit te halen zodat we onze dienstverlening aan kunnen passen aan wat cliënten nodig vinden en als prettig ervaren”, aldus Van der Beek.